maandag, maart 12, 2007

Naar Bethlehem

Treinreizen heb ik altijd al leuk gevonden.
Nu reis ik samen met Arnon Grunberg naar onze tante in Bethlehem.
Arnon leest in mijn verhalenbundel.
Gespannen wacht ik zijn reactie af bij het lezen van dit verhaaltje.
Het gaat over ons in de trein maar ik heb het gisteravond geschreven.
Arnon kijkt maar even op en leest dan weer verder.
Buiten raast de wereld aan me voorbij. Omdat ik het gezellig vind iets te eten in de trein heb ik constant een hongergevoel. Ik heb alleen een fles wijn dus stil ik mijn hongergevoel met het lessen van dorst.
Ik kijk weer even naar Arnon. Hij stopt even met lezen maar houdt zijn ogen gericht op de hoek van deze bladzijde. Nu leest hij weer verder.
Aan het eind van het gangpad zie ik de conducteur komen. Arnon kijkt niet op om te kijken of dat inderdaad zo is. Mooi zo, want in het echt komt hij er nu niet aan.
Ik zit te denken over een soortgelijk verhaal voor Peter R. de Vries.
In augustus gaan Arnon, Peter R. de Vries, zijn broer Peter K. de Vries en ik naar Lotharingen. Ik kan bewust een grove schrijffout maken. Peter R. de Vries zal daarop reageren. Twee zinnen later leest hij dan die reactie.
De trein rijdt station Lotharingen binnen. Arnon kijkt even uit het raam. Hij denkt aan Peter R. de Vries en zijn broer Peter K. Op de terugweg ga ik bij ze op bezoek, denkt Arnon.
“Gaan we op de terugweg nog naar Peter R.& K.?” vraag ik aan Arnon.
“Ja misschien,” zegt hij, “dat lijkt me wel verstandig.”
“Dat is waar,” antwoord ik. “We kunnen die twee maar beter goed te vriend houden.”
Het stille meisje aan de andere kant van het gangpad pakt haar tas uit het rek en gaat de trein verlaten.
“Mooie meid hè?" Zeg ik tegen Arnon
De meid werpt een kwade blik van boven naar mij. Ze heeft me gehoord. Als ze buiten langs ons raam loopt werpt ze dezelfde blik naar ons door het raam. Ironisch geef ik haar een knipoog.
“Nou, zo leuk is ze dus ook weer niet” zeg ik tegen Arnon.
Arnon leest nog steeds in mijn verhalenbundel en beseft dat dit verhaal fantasie is van de werkelijkheid waarin hij zich nu begeeft.
Welke mooie meid? Hoor ik hem denken.

Geen opmerkingen: